Ja, je leest het goed: geen tijd-leider, inplaats van time-manager, maar een tijdlijder. Op zijn Haags uitgesproken klinkt het leuk, maar plezierig is het niet. Ben je het zelf niet, dan ken je ze vast wel; die mensen die altijd roepen dat ze het zo druk hebben, die het inderdaad heel druk hebben, die geen tijd hebben voor partner en/of gezin, of die, chaotisch als ze zijn, geen enkele grip op hun tijd hebben. Ze lijden in de tijd door te lijden aan en door tijdgebrek. Er zijn verschillende soorten tijdlijders. Het hierna volgende voorbeeld is een mix van diverse coachingtrajecten uit mijn praktijk en elke gelijkenis met een bekende situatie is dus toeval.
De bedrijfsarts was een echte regelaar en binnen zijn instelling verantwoordelijk voor diverse projecten. Hij kwam in coaching omdat het naar zijn zeggen mis dreigde te gaan en hij wilde niet verder op deze manier. Hij was benaderd door een headhunter voor een bestuursfunctie in een zorginstelling en vroeg zich af of hij niet toe was aan een volgende stap in zijn carriëre. Hij twijfelde, want zijn zoon en dochter zaten op de middelbare school en hij wilde meer contact met hen. Daar zat de laatste jaren behoorlijk de klad in. Hij was bijna nooit thuis met het eten en vele avonden weg in allerhande overlegsituaties. Hij vond dat en zijn inhoudelijke werk geweldig, maar wilde meer evenwicht in werk en privé.
We gingen aan de slag. Hij had zelf al geregeld dat hij ’s avonds geen telefoontjes meer aannam als hij thuis was. Zoals bij vele anderen raadde ik ook hem aan om van zichzelf maar project A te maken en met zijn secretaresse af te spreken dat daar tijd voor werd ingeruimd. Tijd maken voor jezelf kan niet, maar voor een project wel nietwaar. Een van de kenmerken van een tijdlijder is dat ze zichzelf voor de gek houden, dus dit was een herkenbare oplossing. Het werkte. Hij nam regelmatig een ochtend in de week zijn tijdbesteding grondig onder de loep en bracht daar structuur in aan. In een paar coachinggesprekken kwamen we tot een aantal goede verbeteringen. Een van de resultaten was dat hij voortaan merendeels om 18.00 uur met het gezin kon eten. Op een keer kwam hij onthutst bij mij terug. Wat was er gebeurd?
Thuis gekomen trof hij zijn vrouw en kinderen aan, met hun bord op schoot etend, kijkend naar de televisie. Hij was het daar volstrekt niet mee eens. Toen hij daar zijn vrouw later op aansprak, vertelde ze hem dat ze dat al lang deden. Zij vond het ook niet geweldig, maar het leek haar beter het niet te verbieden en wilde zelf weten wat ze zagen, zodat ze erover konden praten. Meneer was uitgepraat. Hij vond het hele gebeuren een verloedering, maar moest zich erbij neerleggen. Later merkte hij dat de schoolprestaties van een van de kinderen minder goed werden. Toen hij als vader daar iets over zei gaf zijn kind hem te verstaan:”Pa je hebt je jaren niet met mij bemoeid, dus hoe durf je kritiek op mij te hebben. Ik dop mijn eigen boontjes wel. Bemoei je er niet mee.” Het was duidelijk dat hij ook op dat punt van zijn vrouw geen steun hoefde te verwachten.
Tegen mij zei hij dat hij op zijn werk jarenlang gewend was om “in het midden van de gang te lopen” en dat iedereen naar hem luisterde. Vroeger was dat thuis ook zo. Hij was Napoleon. Nu had hij meer grip op zijn werk, maar thuis zou hij de regie nooit meer in handen krijgen. Ik heb hem toen gecoacht op het verbeteren van de kwaliteit van zijn tijdbesteding thuis. Dat kostte wat tijd. Met stiekem bellen tijdens het kijken naar een wedstrijd scoorde hij niet echt en zijn vrouw wilde haar eigen invulling van haar tijd wel zo houden!! Maar hij was bereid om naar zichzelf te kijken en daardoor redde hij het. Het werd weer een gezin. En die nieuwe baan stelde hij uit! Toen was hij echt weer een tijdleider.