Mensenrechten en het achtste Millenniumdoel: Wereldwijd partnerschap voor ontwikkeling

Alhoewel ik ze verbreed gaan de eerste zeven Millenniumdoelen met name over het verbeteren van de situatie in de ontwikkelingslanden. Het achtste gaat over wat de rijke landen moeten doen om die zeven doelen te realiseren en bepaalt dat de rijke landen meer hulp geven, meer schulden kwijtschelden en eerlijke afspraken maken over handel. Al in 1970 namen de 22 rijkste landen zich voor om 0,7 procent van hun bruto nationaal product (BNP) aan hulp uit te geven. Ook toen al een beschamend percentage. Maar nu komt het: Slechts vijf landen houden zich daaraan, te weten Denemarken, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en Zweden. Het gemiddelde is ruim onder de 0,3 procent gebleven. Op dit moment krijgen de armste landen giften en bestaat de hulp aan de rijkere arme landen vooral uit handel. Zoals al eerder aangegeven profiteren alle landen ervan als de armoede wordt uitgebannen. En niet op de manier zoals het nu gebeurt, namelijk dat de rijke landen geld verdienen aan de ontwikkelingslanden.

De liberalisering van de wereldmarkt dient positieve effecten te hebben voor lokale economieën. Helaas is dat vaak niet het geval. Ontwikkelingslanden lopen tientallen miljarden euro’s aan inkomsten mis door de hoge importtarieven die de rijke landen hebben ingesteld voor landbouwproducten en textiel. Handelsbarrières belemmeren in sommige gevallen de toegang tot westerse markten. Er is nog lang geen sprake van een open en eerlijke en menswaardige situatie. In een groot aantal arme landen wordt de economische en sociale ontwikkeling belemmerd door torenhoge schulden. Daardoor is er onvoldoende geld voor investeringen in bijvoorbeeld onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur. In de afgelopen jaren hebben schuldeisers bijna tweederde van de schulden kwijtgescholden, maar dat is niet genoeg. Ontwikkelingslanden kampen zelf daarbij met het probleem, dat het geld, bestemd voor het realiseren van de Millenniumdoelen, bepaald niet altijd terechtkomt bij hen voor wie het bedoeld is.

Er komen stemmen op die vinden dat de ontwikkelingshulp stopgezet dient te worden, om daarmee een halt toe te roepen aan de verkeerde hulp, die de rijke landen rijker en de arme landen armer maakt en corruptie, machtsmisbruik en oneigenlijke belangen ten koste van de bevolking aldaar in stand houdt. Het is absolute noodzaak deze onmenselijke vorm van “ontwikkelingshulp” te (doen) stoppen, maar ook om te gaan voor een alternatief: Daadwerkelijke hulp, gericht op de autonomie, zelfredzaamheid en de ontwikkelings- en ontplooiingskansen van de betreffende landen.

Op basis van het bovenstaande zijn de volgende acties te ondernemen:

Actie 08.01. Er worden nationale en internationale maatregelen genomen om tot oplossing van de schuldproblemen van de ontwikkelingslanden te komen. Men geeft 1% van het BNP!

Actie 08.02. Een open en eerlijk handels- en financieel systeem wordt gerealiseerd voor de ontwikkelingslanden om een gezonde en duurzame economie op te kunnen bouwen.

Actie 08.03. Er worden wereldwijd afspraken gemaakt over toeslag- en quotumvrije toegang voor hun exportproducten.

Actie 08.04. Er worden multidisciplinaire projecten gestart om in samenwerking met de ontwikkelende landen een gezonde arbeidsmarkt te creëren.

Actie 08.05. Nieuwe technologie, waaronder informatie- en communicatietechnologie wordt optimaal ingezet. Men krijgt optimaal toegang tot internet. Vanuit de globaliseringcentra worden projecten gecoördineerd.

Onderstaand geef ik een aantal artikelen weer uit de UVRM die een directe relatie hebben met dit Millenniumdoel. Vervolgens geef ik een aantal mogelijke acties aan die we kunnen ondernemen. Haak s.v.p. niet af vanwege het feit dat deze acties wellicht te ver van je bed zijn! Laten we samen komen tot een vertaling van deze problematiek en acties naar hetgeen wij – als individu en in multidisciplinair verband – kunnen doen! Daartoe ontwikkel en organiseer ik de multidisciplinaire werkconferentiecyclus. In de diverse op te richten globaliseringcentra is informatie verkrijgbaar over de mensenrechten en dit Millenniumdoel en worden projecten geïnitieerd en ondersteund.

Artikel 1 van de UVRM geeft aan dat alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren worden. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen. Artikel 2 stelt dat een ieder aanspraak heeft op alle rechten en vrijheden, in deze Verklaring opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status. Verder zal geen onderscheid worden gemaakt naar de politieke, juridische of internationale status van het land of gebied, waartoe iemand behoort, onverschillig of het een onafhankelijk, trust-, of niet-zelfbesturend gebied betreft, dan wel of er een andere beperking van de soevereiniteit bestaat.

Actie 08.06. Vanuit de globaliseringcentra worden lokaal en nationaal multidisciplinaire projecten opgezet die de vrijheid en autonomie van de bevolking in ontwikkelingslanden bevorderen. Iedere wereldburger een menswaardig bestaan.

Artikel 14 stelt dat een ieder het recht heeft om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging. Op dit recht kan geen beroep worden gedaan ingeval van strafvervolgingen wegens misdrijven van niet-politieke aard of handelingen in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties. Artikel 15 geeft aan dat een ieder recht heeft op een nationaliteit. Aan niemand mag willekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen, noch het recht worden ontzegd om van nationaliteit te veranderen.

Actie 08.07. Het werk van Amnesty International wordt optimaal gesteund en op nationaal en internationaal niveau worden wetten en het asielbeleid gestroomlijnd en op elkaar afgestemd.

Artikel 22 van de UVRM geeft aan dat een ieder als lid van de gemeenschap recht heeft op maatschappelijke zekerheid en heeft er aanspraak op, dat door middel van nationale inspanning en internationale samenwerking, en overeenkomstig de organisatie en de hulpbronnen van de betreffende Staat, de economische, sociale en culturele rechten, die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing van zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden.

Actie 08.08. Vanuit de globaliseringcentra en door de diverse nationale en internationale organisaties worden projecten opgezet die de onderlinge multidisciplinaire samenwerking en bundeling van krachten tussen de rijke en arme landen optimaliseert. Door middel van internationale werkconferenties wordt hier een aanzet toe gegeven.

De artikelen in de serie “De Millenniumdoelen dienen te worden aangescherpt” verschenen op 14-12, 15-12, 20-12, 21-12, 22-12, 23-12, 24-12 en 26-12-2008, drie op 02-01-2009 en een op 06-01-2009 en 03-02-2009.

Je kunt je, als je dat wilt, inschrijven op deze artikelenserie. Dat kost je alleen een mailtje. Zet daarop “Mensenrechten” en ik zet je op de verzendlijst daarvoor. Er verschenen artikelen over de mensenrechten op 23-09 en 23-10. De eerste zeven artikelen in de serie “Mensenrechten en de Millenniumdoelen” verschenen op 12-10, 15-10, 16-10, 18-10, 19-10, 20-10 en 21-10.

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.