De Mensenrechten, ook onze zaak! De UVRM nader toegelicht

Velen van ons zijn niet of onvoldoende bekend met wat de Universe Verklaring van de Rechten van de Mens, de UVRM, inhoudt. In het artikel “De UVRM, de zeven P’s en de zeven eigenschappen van de mens” van 23-09 geef ik een overzicht van de Mensenrechten. In dit artikel geef ik afzonderlijk mijn toelichting en aanvullende opmerkingen erover weer. Met als doel dat de UVRM meer voor eenieder gaat leven. Want mensenrechten is ook onze zaak!

Vrijheid

We nemen als uitgangspunt dat ieder mens uniek is, vrijheid van keuze heeft en recht heeft op welvaart, welzijn, vrede en respect. Dat de mens naar uiterste kunnen verantwoordelijkheid draagt voor de aarde die zij mag bewonen, alsmede verantwoordelijk is voor de bescherming van het milieu. En met respect en duurzaam omgaat met de beschikbare natuurlijke hulpbronnen. Op grond daarvan geven we het volgende aan: We hebben ons eigen denken en voelen en ons eigen geweten. We zijn uniek en onderling met elkaar verbonden.(art.1). Ieder mens heeft het recht om gevrijwaard te zijn van discriminatie. Dus ook van discriminatie op grond van seksuele geaardheid.(art.2). Het recht op leven impliceert dat de doodstraf, abortus en actieve euthanasie in feite niet aan de orde zijn en er slechts in zeer uitzonderlijke gevallen sprake van kan zijn. Het recht op vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon impliceert dat er van besnijdenis geen sprake kan zijn.(art.3). Niemand heeft het recht ons tot slaaf of horige te maken en wij hebben niet het recht een ander tot horige of slaaf te maken. Ook niet in psychisch en spiritueel opzicht.(art.4). Niemand wordt blootgesteld aan marteling, in de breedste zin van het woord en niet alleen door overheidsinstanties. Ook landen die zich beschaafd noemen, doen het echter nog steeds.(art.5).

Rechtvaardigheid

We hebben allemaal het recht op een eerlijke behandeling en een eerlijk proces. We kunnen gebruik maken van de bestaande wet- en regelgeving(art.6), we worden er door beschermd(art.7) en we kunnen in beroep gaan tegen een beslissing en daarbij professionele hulp krijgen(art.8). We mogen niet zonder goede rechtsgrond en zonder uitspraak van een bevoegde, onafhankelijke rechter gevangen worden genomen en gehouden en niet zomaar het land uitgezet worden. De gevangenis is dus ook geen vervanging voor een gezinsvervangend tehuis of pleeggezin voor minderjarigen!(art. 9 en 10). We zijn onschuldig, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Wat een misdaad is staat beschreven, maar indien dat niet beschreven staat kan op grond van ons geweten iets wel tot een misdaad worden bestempeld. Nazi-leiders werden terecht veroordeeld voor misdaden die niet als zodanig waren vastgelegd. In de jaren zestig was er de discussie of apartheid een misdaad was en nu speelt hetzelfde rond milieuvervuiling. Ongelijke behandeling en beloning van vrouwen is mijns inziens ook een misdaad.(art.11).

Privacy en bewegingsvrijheid

We hebben allemaal recht op privacy. Via camera’s worden we op steeds meer plaatsen gevolgd en via satellieten kan iedereen weten waar we ons bevinden. Met behulp van onzichtbare chips kunnen allerlei gegevens over ons bekend worden. De grenzen inzake privacy vervagen steeds meer en het gevaar dat mogelijkheden worden toegepast op oneigenlijke gronden en vanuit oneigenlijke machtswil wordt steeds groter.(art.12). We hebben allemaal het recht op bewegingsvrijheid en om internationaal te mogen reizen. De asielzoekerproblematiek laat zien dat dit artikel veelvuldig geschonden wordt.(art.13). We hebben het recht om asiel te krijgen en niet alleen om het te vragen. Diverse landen, waaronder Nederland, hebben om misbruik tegen te gaan wetten aangenomen waarbij degenen die zich aan ernstige misdrijven schuldig hebben gemaakt asiel kan worden geweigerd. Veroordeling is vaak moeilijk, omdat de feiten moeilijk te bewijzen zijn.(art.14). We hebben allemaal recht op een nationaliteit. Nog altijd zijn veel mensen stateloos, onder wie veel Roma in heel Europa, Russen in Letland, Koerden in Syrië en gevluchte Tibetanen.(art.15).

Gelijkheid en respect

Er is veelal, ook in westerse en christelijke landen, nog lang geen sprake van gelijke rechten voor vrouwen. Het gezin als fundamentele groepseenheid is achterhaald. Het recht op samenwonen wordt in de UVRM niet genoemd en er wordt uitsluitend uitgegaan van heteroseksualiteit. De wijze waarop mensen met relaties omgaan vraagt wereldwijd om een diepgaande herbezinning.(art.16). We hebben allemaal recht op privé-eigendommen, maar dat impliceert dan ook dat iedereen minimaal recht heeft op een menswaardig bestaan in welvaart en in welzijn. De huidige toestand in de wereld kenmerkt zich echter ook door schrijnende armoede tegenover oneigenlijke bezitsverrijking en buitenproportionele rijkdom.(art.17). We hebben allemaal het recht op onze eigen levensbeschouwing en onze vrijheid van denken en om daarin te veranderen. Geboden en voorschriften mogen niet in strijd zijn hiermee en met de andere rechten van de mens. Elke vorm van sektarisme is uit den boze. Een levensbeschouwing en de vrijheid van meningsuiting mag niet respectloos zijn naar andersdenkenden.(art.18). Wij zijn vrij om te zeggen wat we denken en onze gedachten en gevoelens met anderen te delen, maar wel binnen de grenzen van respect, ethiek en fatsoen. Persvrijheid is een groot goed, maar ook daar dient er sprake te zijn van (beroeps)ethiek. In latere verdragen is het recht op vrije informatie, bijvoorbeeld ten aanzien van bepaalde informatie van persoonlijke aard, overheids- en bedrijfsinformatie, ingeperkt.(art.19). We zijn vrij in het wel of niet aangaan en in stand houden van contacten en mogen niet gedwongen, of onder druk gezet worden je aan te sluiten bij een bepaalde godsdienst of politieke partij of beweging.(art.20). We hebben allemaal recht op democratie en ook vrouwen hebben actief en passief stemrecht. Daarin hebben vele landen in de wereld nog een weg te gaan. Ook wat betreft het wegnemen van de zogenaamde glazen plafonds. We hebben allemaal het recht op vrije verkiezingen en om deel te nemen aan het bestuur van het land.(art.21).

Ontwikkeling en ontplooiing

Ieder mens heeft het ondeelbare recht op een menswaardige behuizing en op sociale zekerheid, onderwijs en ontwikkeling- en ontplooiingsmogelijkheden. Op menswaardige welvaart en op welzijn.(art.22). Men heeft niet automatisch recht op een baan, maar men mag niet gediscrimineerd worden bij sollicitaties. De mens dient ook het recht van staking te hebben en kinderarbeid dient verboden te zijn. Het werk mag niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Bij werkloosheid heeft men recht op een uitkering. Ten aanzien van hiervan is er wereldwijd nog heel wat werk aan de winkel!(art.23). We hebben allemaal recht op rust en vrije tijd. Een bijna wereldvreemd artikel. Kom hierom bijvoorbeeld in ons land bij menige zzp’er! Laat staan in ontwikkelingslanden en landen waar men meerdere banen moet hebben om rond te kunnen komen. Dit in schrille tegenstelling tot degenen die meerdere keren per jaar of maandenlang vakantie hebben met behoud van uitkering of loon. Los van de vrije keuze en dat het eenieder gegund is, zijn deze rechten voor menigeen geenszins realiteit.(art.24). Een ieder heeft in elke levensfase recht op fysieke, mentale, emotionele, sociale, relationele en spirituele veiligheid, gezondheid, bescherming en de benodigde voorzieningen.(art.25). Ieder mens zal vanaf het allereerste onderwijs inzicht dienen te krijgen in en kennis dienen te krijgen van de psychologie van de mens, de mensenrechten en -plichten, van levensbeschouwingen en de diverse culturen. Onderwijs dient mede gericht te zijn op zelfontwikkeling en zelfontplooiing.(art.26). Lang niet alle cultuur is toegankelijk voor eenieder en in het onderwijs wordt, gunstige uitzonderingen daargelaten, niet tot nauwelijks aandacht besteed aan kunst en kunstzinnige vorming. Iedere auteur heeft recht op bescherming van zijn artistieke creaties en ieder mens heeft recht op culturele vrijheid en een eigen culturele identiteit.(art.27).

Verantwoordelijkheid

In vele landen worden de mensenrechten nog steeds stelselmatig geschonden. Een overkoepelende, onafhankelijke wereldorganisatie, zou moeten kunnen interveniëren.(art.28). Zoals ik bij de preambule al aangaf hebben wij als mens ook onze plichten. Niet alleen naar onze medemens toe en ten behoeve van ons nageslacht, maar ook ten opzichte van het milieu, de natuur, de planten en de dieren. Ieder mens draagt naar uiterste kunnen verantwoordelijkheid voor de aarde die wij mogen bewonen en dient met respect en duurzaam om te met de beschikbare natuurlijke hulpbronnen.(art.29). Regeringen, politici, overheden, geestelijke leiders, ondernemers en bestuurders dienen een voorbeeld te zijn voor hun medemens in het naleven en bevorderen van de Mensenrechten.(art.30).

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.