In dit twaalfde artikel geef ik een overzicht van de cijfers van de harde en mensonterende realiteit. Tevens geef ik aan welke investeringen nodig zijn om de Millenniumdoelen te realiseren. Vervolgens geef ik een indicatie van de welvaart, zoals die verdeeld is over de wereld en wat wij met die welvaart doen. Daarbij dienen we ons wel te realiseren dat van de 163 ontwikkelingslanden(dat is 85% van het totale aantal van 192 landen ter wereld!) slechts 57 landen hun armen sinds 1996 geteld hebben. Tweeënnegentig landen hebben nog nooit hun bevolking geteld. Daarna tref je aan wat we uitgeven aan ontwikkelingshulp en wat er nodig is om de aangescherpte Millenniumdoelen te realiseren. Zijn zij haalbaar?
1. De getallen inzake de acht Millenniumdoelen op een rij gezet:
01. Er leven ruim 1 miljard mensen in armoede
02. 115 miljoen kinderen krijgen geen basisonderwijs
03. 250 miljoen kinderen verrichten kinderarbeid
04. Meer dan 1 miljoen mensen sterven jaarlijks aan malaria
05. Een half miljoen mensen sterven aan de mazelen
06. Jaarlijks sterven 1,7 miljoen mensen aan tuberculose
07. Jaarlijks zijn er 4 miljoen doodgeboren baby’s
08. Vier miljoen kinderen sterven in de eerste levensmaand
09. Elf miljoen kinderen sterven voor het vijfde levensjaar
10. Een half miljoen moeders sterven tijdens de zwangerschap en een veelvoud tijdens de bevalling of direct erna
11. Er sterven jaarlijks 2 miljoen mensen aan aids
12. Er zijn nu 39 miljoen mensen geïnfecteerd met het hiv-virus
13. Dagelijks komen daar 14.000 nieuwe infectieslachtoffers bij
14. Er zijn 15 miljoen kinderen die een of beide ouders door aids verloren
15. 35% van de kinderen krijgt het hiv-virus overgedragen van een hiv-positieve moeder
16. Slechts 9% van alle hiv-positieve vrouwen heeft toegang tot Prevention of Mother to Child Transmission (PMTCT).
17. Er zijn 2,6 miljard mensen die geen toegang hebben tot goede sanitaire voorzieningen
18. Er zijn 1 miljard mensen die niet kunnen beschikken over schoon drinkwater.
19. Een op de zes mensen heeft geen fatsoenlijk dak boven het hoofd
20. Er zijn ruim 37 miljoen vluchtelingen. Er leven 7 miljoen vluchtelingen al meer dan tien jaar in een vluchtelingenkamp.
2. Welke investeringen zijn nodig?
Het valt niet mee om een eenduidig antwoord te krijgen op de vraag welke investeringen er nodig zijn om de Millenniumdoelen te realiseren. Ik geef de volgende cijfers graag voor beter en verneem graag correcties erop. Ze geven echter wel een indicatie. Uit de informatie leid ik op dit moment het volgende af: Er is jaarlijks 40 miljard nodig om honger en ondervoeding uit te bannen in 2015. Er is 25 miljard nodig om basisonderwijs aan alle kinderen te geven. Voor verbetering van de gezondheidszorg is 60 miljard nodig en voor het zorgen voor sanitaire voorzieningen en schoon water jaarlijks 35 miljard. De verschillende deelbedragen optellend komen we al op 160 miljard euro. Er is volgens de gezaghebbende econoom Jeffrey Sachs jaarlijks 80 miljard euro nodig om in 2015 alle Millenniumdoelen te halen, die een minimum aan gezondheid, onderwijs, water, sanitair, voedselproductie en infrastructuur beogen in de arme regio’s van de wereld. De berekeningen van Jeffrey Sachs worden bekritiseerd, daar men stelt dat daarin de kosten voor onderwijzers, verpleegsters, vroedvrouwen, artsen, ingenieurs en andere personeelskosten niet zijn meegenomen. Er is geen bedrag bekend voor het realiseren van Millenniumdoel 3, de gelijkwaardigheid van vrouwen en mannen. Tevens dekken de Millenniumdoelen niet alle benodigde hulp. Laten we daarom ervan uitgaan dat een jaarlijkse investering van 240 miljard euro leidt tot realisatie van de aangescherpte Millenniumdoelstellingen. Is dat haalbaar en mogelijk?
3. Een indicatie van de welvaart en de verdeling daarvan
Het bruto binnenlands product (BBP) is de totale (geld)waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten tegen marktprijzen gedurende (meestal) een jaar.
Het geeft een indicatie van de welvaart van een land. De wisselkoersen worden met name bepaald door de prijzen van de op de wereldmarkt verhandelde goederen en diensten, maar dit is vaak een heel ander pakket van goederen en diensten dan dat wat men in het dagelijkse leven consumeert. Het inkomen per hoofd in euro’s kan daarom een sterk vertekend beeld geven van de werkelijke koopkrachtverhoudingen. De rijkdom van rijke landen wordt hierdoor uitvergroot, evenals de armoede van arme landen. De koopkrachtpariteit(KKP) is een alternatieve manier om de relatieve koopkracht van twee landen te vergelijken. Het is een omrekenfactor voor valuta die de effecten van prijsverschillen elimineert. Het geeft de verhouding weer tussen de hoeveelheid van de eigen munt en hoeveelheid van een vreemde munt die nodig zijn om eenzelfde pakket van goederen en diensten te kopen.
Onderstaand geef ik afgerond het aantal inwoners, het totaal en gemiddelde BBP en het gemiddelde BBP per inwoner en de gemiddelde KKP per inwoner weer, omgerekend in euro’s.(Gebaseerd op gegevens van FD.Outlook, De wereld in 2009, nr.3, december 2008, inzake de volgens deze rapportage 58 belangrijkste landen).
3.1. Aantal inwoners
Europa: 680 miljoen(22 landen) / Azië: 2010 miljoen(13 landen) / Noord-Amerika: 452 miljoen(3 landen) / Latijns-Amerika: 330 miljoen(7 landen) / Midden-Oosten en Afrika: 555 miljoen(13 landen). Totaal: 4.027 miljoen in 58 landen. In de 23 in deze rapportage voorkomende OESO-landen zijn er 1107 miljoen inwoners.
3.2. Het Bruto Binnenlands Produkt
Van 23 OESO-landen: € 29.881 miljard / Europa: € 14.564 miljard / Noord-Amerika:
€ 12.432 miljard / Azië: € 9915 miljard / Latijns-Amerika: € 1762 miljard / Midden-Oosten en Afrika: € 1564 miljard. Totaal: € 40.237 miljard van 58 landen, waarvan € 27.000 miljard in Europa en Noord-Amerika.
3.3. Het gemiddelde BBP per inwoner
Van 23 OESO-landen: € 29.239 / Europa: € 25.277 / Noord-Amerika: € 24.500 /
Azië: € 13.000 / Latijns-Amerika: € 5450 / Midden-Oosten en Afrika: € 4650.
In 23 OESO-landen, Europa en Noord-Amerika is het gemiddelde BBP dus ruim vijfmaal zo hoog als in Latijns-Amerika en zesmaal zo hoog als in het Midden-Oosten en Afrika.
3.4. De gemiddelde KKP per inwoner
Van 23 OESO-landen: € 25.341/ Europa: € 22.755 / Noord-Amerika: € 25.000 /
Azië: € 15.500 / Latijns-Amerika: € 8150 / Midden-Oosten en Afrika: € 7150.
In 23 OESO-landen, Europa en Noord-Amerika is het gemiddelde KKP dus driemaal zo hoog als in Latijns-Amerika en ruim driemaal zo hoog als in het Midden-Oosten en Afrika.
4. Wat wordt uitgegeven aan ontwikkelingshulp?
In de eerste vijftig jaar van ontwikkelingshulp werd 2300 miljard euro uitgegeven. Dat is 46 miljard euro per jaar. De VN-norm voor ontwikkelingshulp is 0,8% van het BNP. De EU-norm is 0,7% van het BNP. Hoe komen ze erbij om dat percentage 0,1% lager te stellen!? In 2007 bedroeg de ontwikkelingshulp door de 22 rijkste landen, aangesloten bij de OESO, 75 miljard euro. Dat is slechts 0,28% van hun BNP! De EU-landen komen gemiddeld niet verder dan 0,5% van hun BNP. Het BNP van Nederland was in 2007 € 500 miljard. In 2008 gaf Nederland 4,8 miljard euro aan ontwikkelingshulp, ongeveer € 642 per inwoner, waarmee zij ruimschoots aan de norm voldoet.
In 2006 gaf de Wereldbank ca. € 15 miljard. Particulieren, bedrijven kerken en NGO’s gaven € 72 miljard en migranten stuurden 144 miljard terug naar huis en familie. Dat laatste zou niet nodig moeten zijn en de meeste migranten wonen en werken liever in eigen land dan uit noodzaak in den vreemde. De totale toestroom van geld naar ontwikkelingslanden via exporten en investeringen is jaarlijks ongeveer 2900 miljard euro. De ontwikkelingshulp is daar dus slechts een paar procenten van.
5. De gevraagde ontwikkelingshulp
Uitgaande van de VN-norm van 0,8% van het BBP is de gevraagde ontwikkelingshulp:
Van 23 OESO-landen: € 239 miljard, van Europa: € 117 miljard, van Noord-Amerika:
€ 100 miljard. Van Europa en Noord-Amerika samen 217 miljard. Uitgaande van de VN-norm is het realiseren van de aangescherpte Millenniumdoelen dus haalbaar. Uitgaande van de EU-norm van 0,7% van het BBP komen we op € 209 miljard voor 23 OESO-landen, € 102 miljard voor Europa, € 87 miljard voor Noord-Amerika en € 189 voor Europa en Noord-Amerika samen. Dit betekent dus dat als de regeringsleiders, de nationale en internationale politici hun beloftes en onderling gemaakte afspraken nakomen – over waarden en normen en normale regels van fatsoen gesproken! – de Millenniumdoelen gerealiseerd worden!
De eerste elf artikelen verschenen op 14-12, 15-12, 20-12, 21-12, 22-12, 23-12, 24-12, 26-12-2008 en drie op 02-01-2009.